-
1 een gevecht van man tegen man
een gevecht van man tegen manVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een gevecht van man tegen man
-
2 een gevecht van man tot man
een gevecht van man tot man -
3 man
♦voorbeelden:er zijn anderhalve man en een paardenkop • il n'y a que quatre pelés et un tondudie arme man • ce pauvre bonhommeeen geleerd man • un savantde gewone man • l'homme de la ruede juiste man op de juiste plaats • l'homme de la circonstanceeen oude man • un vieillardhij is daar de rechte man niet voor • ce n'est pas l'homme qu'il fauthij is er de man niet naar om • il n'est pas l'homme àman overboord! • un homme à la mer!zij waren vijf man sterk • ils étaient cinqiets aan de man brengen • trouver acheteurrecht op de man af spreken • parler cruop de man af • sans détouriemand iets recht op de man af zeggen • ne pas l'envoyer dire à qn.het kost een tientje per man • ça coûte dix florins par personneeen man van zijn woord • un homme de paroleeen man van niks • un rien du touteen gevecht van man tot man • un corps à corpsman voor man • un à unals één man • comme un seul hommeals een man • en homme〈 spreekwoord〉 een man een man, een woord een woord • chose promise, chose duemet hoeveel man zijn we? • combien sommes-nous?mans genoeg zijn om • être de taille à -
4 man
1 [volwassen mannelijk mens] man3 [echtgenoot] husband4 [flink persoon] man5 [lid van een bemanning] man, hand6 [lid van een groep/team] man♦voorbeelden:1 de aangewezen man voor dat karweitje • the best/obvious man for the jobbeste man 〈 ook ironisch〉 • my dear fellow/mande goede man weet nog van niets • the poor man/fellow knows nothing yethij is hier de grote man • he is the big boss herehij is geen vrij man • he is not his own manhij is er de man niet naar om • he is not the (sort of) man who wouldeen man uit duizenden • a man in a millioneen man van de daad/wereld • a man of action/the worldeen man van weinig woorden • a man of few wordshij is een man van zijn woord • he is as good as his wordals mannen onder elkaar • man to manach man, hou toch op • ah, come off it10.000 man publiek • a 10,000-strong audience〈 figuurlijk〉 de gewone/kleine man • the man in the street, the common manvijf man sterk • five strongiets aan de man brengen • sell somethingiemand recht op de man af iets zeggen • give it to someone straightiemand iets (recht) op de man af vragen • ask someone a point-blank question, ask someone something straighteen tientje de man • ten guilders eachals één man • as one (man)〈 spreekwoord〉 een gewaarschuwd man telt voor twee • forewarned, forearmed3 aan de man komen • find (oneself) a husband/manzijn dochters aan de man brengen • marry off one's daughters4 zijn verdriet dragen als een man • bear one's grief/take it like a manzich met man en macht tegen iets verzetten • resist something with might and mainmet hoeveel man zijn we? • how many are we?7 bloemenman • florist, flowerseller¶ onder die voorwaarden ben ik je man • under these conditions, I'm with you -
5 van de eerste tot de laatste
van de eerste tot de laatsteVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > van de eerste tot de laatste
-
6 van
van1〈 bijwoord〉1 [weg] of, from2 [met betrekking tot een beginpunt] from3 [met betrekking tot een oorzaak] by, from4 [met betrekking tot het voorwerp van een gedachte/gevoel] of, about5 [met betrekking tot een al genoemde zaak] 〈zie voorbeelden 5〉♦voorbeelden:1 je kunt er wel een paar van nemen • you can have some/take a few (of those)5 daar komt niets van! • forget it!————————van2〈 voorzetsel〉1 [met betrekking tot plaats/oorsprong] from2 [met betrekking tot tijd] [vanaf, sinds] from3 [met betrekking tot (bezits)relatie] [behorend bij/aan; wat betreft, over] of4 [gemaakt/bestaande uit] (made/out) of5 [met betrekking tot veroorzaker/maker] [door] by ⇒ of6 [als deel van] of♦voorbeelden:van dorp tot dorp • from one village to anothervan een bord eten • eat off/from a platevan tevoren • beforehand, in advancevan toen af • from then on, from that day/time (on)het hoofd van de school • the head(master) of the schoolde universiteit van Utrecht • the University of Utrecht, Utrecht universityde trein van 9.30 uur • the 9.30 traineen foto van mijn vader • 〈 eigendom〉 a picture of my father's; 〈 hem voorstellend〉 a picture of my fathervan wie is dit boek? het is van mij • whose book is this? it's mine5 dat was niet slim van Jan • that was not such a clever move of Jan's; 〈 informeel〉 that was rather daft of Janhet volgende nummer is van Van Morrison • the next number is by Van Morrisoneen plaat van de Stones • a Stones record, a record by the Stonesvan wie is dit boek? het is van Orwell • who wrote this book? it's by Orwelleen jas met van die koperen knopen • a coat with those brass buttonshij keek me aan zo van ‘moet dat nou?’ • he looked at me as if to say ‘is that really necessary?’¶ een beest van een vent • a beast/bear of a maneen dorp van nog geen drieduizend inwoners • a village of/with less than three thousand inhabitantsvan dat geld kon hij een auto kopen • he was able to buy a car with that moneysigaren van vijf gulden • five guilder cigarsdaar niet van • that's not the pointik geloof van niet • I don't think soik verzeker u van wel • I assure you I dohet lijkt van wel • it seems/looks like ithet was een feest van je welste • it was quite a party -
7 van
vzvan búiten — снаружи
4) материал, из которого сделаноde táfel is van hout — стол (сделан) из дерева
5) качество, свойство6) лишение чего-л.iem. van zijn geld beróven — отнять деньги у кого-л.
7) причину, поводvan hónger stérven — умереть от голода, умереть с голоду
8) предмет, о котором идёт речьvan iem. vertéllen — рассказывать о ком-л.
9) часть целого•- ik denk van niet* * *1. предл.общ. отделение, по, принадлежность лицу, часть от целого,, одного из многих (een vriend van mij один из моих друзей), фамилия, (исходную точку движения, прохождение) из, (удаление от исходной точки или от определённого момента) от, авторство, с, со, переводится обычно родительным, иногда творительным падежом (het schrift van Pieter тетрадь Петра)2. сущ.общ. фургон -
8 man
мужчина; человек; муж, супруг; единодушно* * *m -nen1) человек мeen man van záken — деловой человек
2) мужчина м3) муж мman en vrouw — муж и жена (ж)
* * *1. сущ.общ. муж, мужчина, человек2. гл.погов. een man een man, een woord een woord уговор дороже денег -
9 man van betekenis
n. man of figure -
10 man van de wereld
n. man about town -
11 man van de daad
n. doer -
12 man van de praktijk
n. practitioner -
13 man van gewicht
n. bigwig -
14 Men moet de huid van de beer niet verkopen voordat hij geschoten is.
Man soll das Fell des Bären nicht verteilen, bevor man ihn erlegt hat.Niederländisch-Deutsch Wörterbuch > Men moet de huid van de beer niet verkopen voordat hij geschoten is.
-
15 een man van zijn woord
-
16 de Man van Smarten
de Man van SmartenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de Man van Smarten
-
17 de goede man weet nog van niets
de goede man weet nog van nietsthe poor man/fellow knows nothing yetVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de goede man weet nog van niets
-
18 de man van de straat
de man van de straatVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de man van de straat
-
19 de sterkte van een paard/een man
de sterkte van een paard/een manthe strength of a horse/manVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de sterkte van een paard/een man
-
20 een man van aanzien
een man van aanzienVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een man van aanzien
См. также в других словарях:
van|man — «VAN muhn», noun, plural men. a man who drives or works a van … Useful english dictionary
White van man — is a stereotype, a usually pejorative term used in the United Kingdom to describe aggressive, thoughtless drivers of light commercial vehicles. Such vehicles are almost always painted white at the factory in order to facilitate easy sign writing… … Wikipedia
white-van man — UK US noun [countable/uncountable] [singular white van man plural white van men] british informal, showing disapproval a man who drives a van in a careless or dangerous way Thesaurus: people who drive vehicles for pleasure or work … Useful english dictionary
white-van man — UK / US noun [countable/uncountable] Word forms white van man : singular white van man plural white van men British informal, showing disapproval a man who drives a van in a careless or dangerous way … English dictionary
white van man — n BrE informal a man who drives a white ↑van, especially when delivering goods in a city, in an ↑aggressive and dangerous way … Dictionary of contemporary English
white-van man — ► NOUN Brit. informal ▪ an aggressive male driver of a delivery or workman s van (typically white in colour) … English terms dictionary
man — man·dae·an·ism; man·da·ic; man·da·la; man·da·ment; man·dan; man·dant; man·da·pa; man·dar; man·da·rin·ate; man·da·rin·ism; man·da·tary; man·da·tee; man·da·tor; man·da·to·ri·ly; man·da·tum; man·da·ya; man·de; man·de·ism; man·del·ate; man·del·ic;… … English syllables
white van man — noun A stereotypical tradesman or handyman who drives a white van … Wiktionary
white-van man — noun Brit. informal an aggressive male driver of a delivery or workman s van (typically white in colour) … English new terms dictionary
van — ad·ju·van·cy; ad·van·cive; ad·van·ta·geous; ad·van·ta·geous·ly; al·dro·van·da; can·a·van·ine; car·a·van·sa·ry; ca·yu·va·van; cer·van·tite; cha·van·te; di·van; don·o·van; fla·van·throne; gal·van·ic; gor·e·van; hesh·van; ji·van·muk·ta;… … English syllables
Van — This article is about the road vehicle. For the city in Turkey, see Van, Turkey. For other uses, see Van (disambiguation). 1926 Tatra 12 van … Wikipedia